Een manager, een BMW-ontwerper en een klimaatspecialist zitten om een tafel. Dit is niet het begin van een grap, maar van een voorstelling van acteursgroep Wunderbaum. Zegt de manager dat ze goed bezig is, omdat ze zonnepanelen heeft laten installeren op het dak van de school van haar kinderen. De klimaatspecialist wordt woedend. Dat soort individuele acties helpen geen jota tegen de milieuramp die onze aarde te wachten staat, zegt ze. Alleen radicale ideeën kunnen ons nog redden. Vervolgens komt ze met een eindeloze lijst van zaken waarvoor mensen bang zijn: van kanker tot financiële crisis tot geen wifi. Alles behalve een milieuramp. De BMW-ontwikkelaar belijdt vervolgens zijn liefde voor Phil Collins en diens ‘radicale noten’.
“Als ik zie dat de transitie te traag gaat, dan moet ik mensen manen tot snelheid” – Jan RotmansDe spelers van Wunderbaum verenigen bittere ernst met jolige onzin. In hun nieuwste werk Unser Dorf soll schöner werden gaat het over de vraag hoe we de wereld beter kunnen maken. De voorstelling is onderdeel van hun meerjarenproject The New Forest, waarin de acteurs werken aan (de verbeelding van) een toekomstige samenleving.
‘Welke maatschappelijke koersveranderingen hebben we nodig?’ Dat is de vraag waarover vijf specialisten discussiëren tijdens deze geënsceneerde expertmeeting. Ter voorbereiding organiseerde Wunderbaum twee diners waarvoor ze allerlei denkers uitnodigden: politici, kunstenaars en zakenlieden. De acteurs kookten. De gesprekken die ze aan tafel hoorden, dienden als inspiratie voor de tekst die ze zelf schreven. Johan Simons, directeur van de Münchner Kammerspiele, regisseerde. Hij nam twee Duitse acteurs van zijn groep mee. Samen maakten ze een − gezien het onderwerp − opvallend heldere en boeiende voorstelling. Geen droog betoog over maatschappelijke vraagstukken, maar een levendige en muzikale vertoning. De groep stelt daarmee op satirische wijze de deplorabele staat van het huidige klimaatdebat aan de kaak − getuige de vele theatrale ruzies en miscommunicaties. Maartje Remmers (de klimaatspecialist) speelt haar rol als onheilsprofeet met verve, met een minuten durende huilbui als hoogtepunt. Walter Bart is de BMW-man. Hij vecht een kolderieke strijd uit met zijn nemesis Naomi Klein, de ecoschrijfster, die hij zelf speelt. De Duitse Stefan Hunstein is erg goed als eigengereide ‘groene kapitalist’, die grossiert in onnavolgbare anekdotes. De spelers laten zichzelf niet buiten schot. Marleen Scholten komt met een mooie persiflage op de bloedserieuze kunstenaar, die in onverstaanbaar Italiaans een aantal regels Dante opzegt, in de veronderstelling daarmee een waardevolle bijdrage te leveren.
Maar wat deze voorstelling zo geslaagd maakt, is dat de groep wel degelijk een alternatief wil voorschotelen. Vanuit hun kunstvisie willen ze hun publiek voorbereiden op de mogelijkheid van radicale veranderingen. Hoe realistisch die zijn, is niet de vraag. Het gaat erom radicaliteit bespreekbaar te maken. Niet voor niets is de voorstelling ingebed in een royaal randprogramma, met gesprekken met ‘radicale’ denkers, zoals socioloog Willem Schinkel, hoogleraar transitie en activist Jan Rotmans en dieren-politicus Marianne Thieme. Die radicaliteit, het eigenlijke thema, is terug te vinden in allerlei aspecten: in een hervertelling van het verhaal over de Ark van Noach, in de muziek van Arnold Schönberg en niet in de laatste plaats in de verdekte oproep tot revolutie op het einde. De titel, Unser Dorf soll schöner werden, komt van een Duitse campagne uit de jaren zestig. Het was een wedstrijd waarbij dorpsbewoners werden aangespoord om hun leefomgeving te verfraaien. Het resultaat was dat alle dorpspleinen in West-Duitsland volstonden met bakken geraniums en kunstige fonteintjes. Ons dorp heet nu Europa. Durven wij verder te denken dan een paar zonnepanelen?
De voorstelling The New Forest – Unser Dorf soll schöner werden zal komend seizoen worden hernomen.
(Dit artikel is een doorplaatsing van het artikel in De Volkskrant en is geschreven door Vincent Kouters)