GreenFox is een sociale onderneming die mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt – mensen met een streepje voor, in het jargon van het bedrijf- werk biedt in licht, installatiewerkzaamheden, inventarisaties en garnalen pellen. ‘Onze mensen houden van repeterend werk, daar zijn ze ook heel goed in.’
De start van GreenFox is klassiek. De 3 oprichters hadden aan de keukentafel allerlei ideeën bedacht om verlichting te verduurzamen, één daarvan hadden ze vol overtuiging verkocht aan Amsterdam RAI. Het bleek een volstrekt kansloos product, zegt mede-oprichter Renzo Deurloo. ‘Gelukkig hadden wij energiereductie verkocht, en geen specifiek product. We hadden een maand om iets nieuws te verzinnen.’ Een uitdaging, maar goed te doen voor compagnon Henk Klip, die in eerdere functies veel met innovaties te maken had. Hij ontwikkelde een manier om tl-verlichting te verduurzamen, die niet alleen groen was: het leverde energiebesparing op, maar ook sociaal: het werk werd gedaan door mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt. En dat is nog altijd de basis van GreenFox. Zoals ze het zelf hun website omschrijven: het leveren van slimme maatwerkoplossingen op een duurzame en sociale manier.
Inmiddels is de sociale onderneming, opgericht in 2009, uitgegroeid tot een bedrijf dat mensen met een streepje voor werk biedt. Het bestaat uit 4 afzonderlijke bedrijven: GreenFox Lighting, GreenFox Social Return, GreenFox Seafood en GreenFox Analytics.
De overeenkomst zit in het soort werk en de mensen die dat leuk vinden om te doen. Deurloo: ‘Wij gaan uit van de specialist in iemand. Ik ben bijvoorbeeld een waardeloze accountant, maar ik ben dan weer creatief. Als je je beperkingen kent, dan weet je vanzelf waar je specialiteiten liggen. Onze medewerkers zijn met name heel goed in het uitvoeren van nauwkeurig repeterend werk, die zien daar ook een uitdaging in. De ideale specialist, vinden wij.’
Deurloo geeft als voorbeeld de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, waar zijn mensen onder meer 13000 lichtpunten vervingen. ‘Onze medewerkers zijn heel goed in het afmonteren van stopcontacten: draden leggen, schroefje erin, klaar. Vinden onze mannen leuk om te doen. Hoogopgeleid personeel, dat 6 jaar heeft gestudeerd, vindt dat juist saai. En zo’n monteur kost €40 per uur. Da’s doodzonde. Wij kunnen dat werk net zo goed doen, misschien wel beter. Tegen een scherpe prijs, we zijn gemiddeld 30% goedkoper.’
‘Wij gaan uit van de specialist in iemand. Als je je beperkingen kent, dan weet je vanzelf waar je specialiteiten liggen’
Behalve dat GreenFox dus mensen weer een plek geeft in de werkende maatschappij, helpt het met GreenFox Social Return andere bedrijven hun social return vorm te geven. ‘Bedrijven weten vaak niet hoe ze dat moeten doen. Logisch. Als je tegen een onderneming zegt: hier heb je 20 autisten, ga er maar iets mee doen, dat gaat ‘m niet worden. Bedrijven als Strukton huren ons in om te kijken waar die social return gehaald kan worden. Wij selecteren werkzaamheden waar we minimaal net zo goed in zijn, zo niet beter, en dat doen we tegen een lagere prijs. Als we duurder zijn, doen we het niet. Wij moeten de plek krijgen die we verdienen, niet omdat we zulke leuke jongens in dienst hebben, want dat is geen duurzaam model.’
Je moet dit werk niet doen voor het geld, zegt Deurloo. Zijn salaris komt naar zijn eigen zeggen bij lange na niet in de buurt van de Balkenende-norm. ‘Dat komt ook door onze ambitie om te groeien. Het is mooi als je van invloed kan zijn op iemands leven. Ik hoor zoveel verhalen van mensen die kunnen en willen werken. Dat smaakt alleen maar naar meer.’
Kosten zitten ook in de scholing en begeleiding van de GreenFox-ers. ‘We leiden onze mensen intern op en op iedere 3 medewerkers staat 1 begeleider. We investeren ook in de sociale ontwikkeling van onze mensen. Zo krijgen ze acteerlessen van het Hofplein Theater uit Rotterdam. Als je heel lang in de sociale werkvoorziening hebt gezeten, of thuis op de bank met vrienden, dan zijn omgangsnormen wat vertroebeld. Iemand spreek je aan met goedemorgen in plaats van “Heu”. Da’s er gewoon in geslopen. Die omgangsvormen, waardoor je weer kunt deelnemen aan het arbeidsproces, willen we ze ook leren.’
Tuurlijk, de kwaliteiten van de medewerkers staan centraal, maar uiteindelijk moet er wel winst gemaakt worden, stelt Deurloo. ‘Niet veel, maar winst moeten we maken. Dat is het meest duurzame model. Anders heb je geen bestaansrecht.’