We schrijven medio oktober 2013 als NLGreenlabel, een organisatie die de verduurzaming van de buitenruimte bevordert, contact opneemt met Peter Groot en Paul de Bruijn. Groot en De Bruijn zijn de initiatiefnemers van Coehoorn Centraal een stichting die van de Arnhemse wijk Coehoorn met zijn gebouwen en openbare ruimte in 5 jaar weer een levendige wijk wil maken waar bewoners en ondernemers zich prettig voelen. In maart van dat jaar hadden de 2 symbolisch de sleutel van de Arnhemse gemeenteraad gekregen om tot 2018 dat gebied te ontwikkelen.
NLGreenlabel organiseert een congres in Arnhem en wil graag een groene voetafdruk nalaten als compensatie voor de CO2-uitstoot die de event-bezoekers veroorzaken. Of Groot en De Bruijn een idee hebben. Peter Groot: ‘Dat hadden we zeker. In Coehoorn lag een braakliggend terrein dat deels als bouwterrein deels als parkeerplek dienst deed. Het was de bewoners al heel lang een doorn in het oog. Wij wilden daar in 2014 een park aanleggen. Maar als er een kans voorbijkomt om die droom eerder te realiseren, moet je die grijpen. We zijn in overleg gegaan met bewoners en ondernemers van Coehoorn en nog geen maand later opende staatssecretaris Sharon Dijksma ons park.’ Kom daar maar eens om bij een gemeente waar alles getoetst, onderzocht, bekeken moet worden.
‘We willen niet afhankelijk zijn van hoe de politieke wind waait. We houden onze eigen broek op.’
Dromen en doen
Precies dit voorbeeld illustreert de manier van werken van Coehoorn Centraal. Groot: ‘Wij maken geen plannen, slaan ideeën niet stuk in allerlei beleidsdocumenten. We dromen openlijk en we beginnen gewoon. We hebben een groter idee waar we in 2018 willen zijn. Alle plannen toetsen we aan twee regels: ze moeten de creativiteit van Arnhem zichtbaar maken en ze moeten het gebied revitaliseren. Dan heb je nog heel veel bandbreedte waarbinnen je je kunt ontwikkelen.’
Subsidie willen ze niet bij Coehoorn-Centraal. ‘We willen niet afhankelijk zijn van hoe de politieke wind waait. We houden onze eigen broek op. We huren de panden van de gemeente en verhuren die weer door voor een iets hoger bedrag. Als ondernemers in deze wijk iets willen, bijvoorbeeld van een pand een eventlokatie maken, dan mag dat. We steunen zo’n plan op allerlei manieren, maar niet met geld. Dat hebben we niet. Die initiatiefnemer moet zelf bedenken waar hij zijn inkomsten vandaan haalt.’
Stippellijntje
‘Of wij een voorbeeld zijn voor anderen? Wat er in de wijk gebeurt, kun je niet zomaar 1 op 1 kopiëren naar een andere plek. Ieder gebied heeft zijn eigen dynamiek, gebouwen, bewoners. We willen mensen wel anders laten kijken. Ken je die tekening van die oude vrouw en dat als je met je ogen knippert een jongedame ziet? Dat willen we ook bereiken. Even knipperen en je ziet een heel andere situatie.’
Groot geeft het voorbeeld van het bestemmingsplan voor Coehoorn en hoe een stippellijntje roet in het eten dreigde te gooien van de plannenmakers. ‘Om dit gebied echt tot bloei te brengen, is horeca nodig. Op basis van het digitale bestemmingsplan leek dat mogelijk. Maar In de juridisch geldende papieren versie stond een stippellijntje dat in die digitale versie niet zichtbaar was. Daardoor mochten we alleen horeca-ondersteunende dingen doen. Een voetbalkantine die deels bijdraagt aan de inkomsten van een amateurclub is een voorbeeld van ondersteunende horeca. We hebben de ambtenaren ervan weten te overtuigen dat onze horeca ook ondersteunend is. Aan de ontwikkeling van onze wijk. Een keer knipperen en de situatie is anders.’