De wereld om ons heen verandert razendsnel. Het lukt ons niet om alle ontwikkelingen te volgen en toe te passen. Wel is er het verlangen om in de organisatie meer te doen met duurzaamheid. Waar te beginnen? De duurzaamheidcarrousel leert deelnemers ecologisch te denken (alles hangt met alles samen en er is sprake van wederzijdse beïnvloeding) als een uitgangsprincipe voor denken en organiseren van een duurzaamheidsvraagstuk.
Mensen mee naar buiten nemen zodat ze naar binnen leren kijkenWerkwijze
Wij brengen een kleine groep kantelaars, mensen die beweging mogen en willen brengen bij elkaar op de boerderij. De duurzaamheidcarrousel begint in de winter: op het platteland heb je dan tijd voor elkaar, voor bezinning en voor plannen maken. De deelnemers komen uit de regio en uit verschillende sectoren: (o.a. industrie, beleid, kunst en cultuur, onderwijs, energie, afval, natuur, MKB).
Ze helpen elkaar antwoorden te vinden op eigen vraagstukken. De verschillende invalshoeken werken inspirerend om te leren. Elke bijeenkomst komt er iemand langs die zijn/haar kunde, kennis en ervaring over duurzaamheid deelt om te inspireren.
‘Leermeesters en vakmensen’ uit verschillende vakgebieden delen hun kennis en ervaringen. De focus ligt op leren van elkaar, inspiratie opdoen en concreet aan de slag gaan met duurzaamheid binnen de eigen context. Duurzaamheid gaan we beschouwen als een proces waar je nu mee kan beginnen. Er wordt concreet gewerkt aan(kleine) zichtbare resultaten en processen.
Initiatiefneemster Ria Markvoort (1957) is vakmanschap, met een achtergrond als tuinman, therapeut, hogeschooldocent, trainer, coach en sociaal wetenschapper. Als tuinman kan ze omgaan met tijd en veranderingen. Als creatief tuintherapeut weet ze wat ‘buiten’ met mensen doet. Als docent, coach en trainer kent Ria de betekenis van een veilige leeromgeving. Als sociaal wetenschapper volgt Ria strategische bewegingen in een organisatie. Haar motto: mensen mee naar buiten nemen zodat ze naar binnen leren kijken.
Deelnemers aan de Duurzaamheidscarrousel leren van elkaar en halen inspiratie, verdieping, herkenning, en de ‘krenten uit de pap’ voor hun eigen project. Ze proeven, raken van de kook en in beweging, ze delen kennis en gaan echt in de praktijk aan de slag.