De Vrije Ruimte is een school die in 2007 van start is gegaan. De eerste drie jaar hebben Marty Smit en Claartje van Grinten samen met Peter Roemeling een visie ontwikkeld en de school voorbereid. De innovatieve school heeft nu meer dan 50 leerlingen en pakt het heel anders aan dan andere scholen. Kinderen worden in het reguliere onderwijs gezien als ‘emmers’ die gevuld moeten worden met kennis, vertelt Roemeling. “Vrijheid is het essentiële principe voor De Vrije Ruimte. Daarbij draait het erom bewust te worden van jezelf en je omgeving, je intenties te kennen en te weten wat je kunt willen. Om vervolgens verantwoordelijkheid te nemen en tot de juiste actie over te gaan.”
“Een klas vol met kinderen die allemaal hetzelfde pad afgaan is niet meer van deze tijd.”Inspireren en irriteren
“De leerlingen ontwikkelen zich op De Vrije Ruimte op basis van hun intrinsieke motivatie. Er wordt van alles aangeboden maar niets is verplicht. Je kunt er je VWO diploma halen. Je komt er hoog- en laagbegaafde mensen tegen. Doeners, denkers en voelers inspireren en irriteren elkaar. En beslissingen worden er met elkaar genomen. De transparantie is enorm, de hiërarchie is beperkt.” Het probleem in het reguliere onderwijs is de mensvisie, legt Roemeling uit. “Een mens is van nature nieuwsgierig is en wil zich ontwikkelen.”
Kantelproject
Roemeling ziet De Vrije Ruimte als een kantelproject, omdat het onderwijs in de visie van De Vrije Ruimte volledig anders georganiseerd moet worden. “De hiërarchie van het huidige onderwijs past niet meer. Een klas vol met kinderen die allemaal hetzelfde pad afgaan is niet meer van deze tijd. Het is dus van belang om de organisatie anders te besturen.” De school maakt hiervoor gebruik van de sociocratische kringenstructuur. “Het is een organisatievorm waarin de ontwikkeling van de leerlingen centraal staat, waar elke behoefte of wens tot ontwikkeling serieus wordt genomen. Waar de hiërarchie minimaal is. En waar informatie transparant wordt gedeeld. In de organisatie zijn de leerlingen zelf verantwoordelijk voor hun ontwikkeling, en medeverantwoordelijk voor de invulling van de school.”
Nationaal debat
Volgens Roemeling groeit in het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap inmiddels ook het besef dat het anders moet. “Staatssecretaris Dekker gaf onlangs het startschot voor een nationaal debat met als vraag ‘Leren kinderen wel wat ze nodig hebben?’ Het antwoord van De Vrije Ruimte laat zich raden.” De belangrijkste barrière die de school moet nemen is financieel, vertelt hij. “Het is een particuliere school waar ouders nu een derde betalen, en voor de rest is het gebaseerd op vrijwilligerswerk. Ik zou graag zien dat de overheid en het bedrijfsleven ook ieder een derde investeren.”
Visie
Roemeling is als oprichter van De Vrije Ruimte inmiddels acht jaar verder en heeft een aantal belangrijke lessen geleerd. “Nieuw en innovatief organiseren vraagt vaak om ‘roeien tegen de stoom in’. Dat geldt in het onderwijs, maar ook in andere organisaties. Het is belangrijk om eerst een goede visie te ontwikkelen. De Vrije Ruimte heeft drie jaar besteed aan de ontwikkeling van de visie voor de school. Tot slot is het belangrijk om goede bewaking en advisering op afstand te hebben. Een goed bestuur dat niet aan de dagelijkse activiteiten deelneemt is essentieel voor bewaking, advisering en verdere ontwikkeling.”