De queeste van Franke van der Laan

Kantelen. Hij wil, nee hij moét, meehelpen kantelen. De maatschappij die zet geven zodat er echt wat gaat veranderen. En denk niet dat dit idee hem gister is komen aanwaaien, als een soort hippe gedachte. Al sinds zijn 14e voelt hij de noodzaak de wereld de verbeteren. ‘Mijn hele leven ben ik op zoek naar de handvatten om een balans te vinden tussen onze verstedelijkte samenleving en het ecologisch systeem.’

Franke van der Laan is een onrustige ziel. Met een enorme gedrevenheid. Een bevlogenheid om koste wat het kost duidelijk te maken dat het zo niet langer kan. Van der Laan: ‘Voor mij als ecoloog geldt de vraag: hoe gaan wij als maatschappij om met de draagkracht van ons ecosysteem? We moeten terug naar 60 tot 80% van ons huidige energieverbruik. Al mijn hele leven ben ik op zoek naar de handvaten om een balans te vinden tussen onze verstedelijkte samenleving en het ecologisch systeem.’
 
‘Ik laat mensen plezier beleven aan ecologie, zodat ze snappen dat we die moeten behouden’
Het zat er al van jongsaf aan in, die queeste. Vanaf z’n 14 wilde hij daarom biologie studeren. Hij versleet 4 universiteiten om tot de ontdekking te komen dat hij binnen de wetenschappelijke wereld dat antwoord niet zou vinden. Daarna passeerden de VN – de FAO om precies te zijn – ‘te log, te bureaucratisch, te traag’; het internationale bedrijfsleven – hij was internationaal marketingmanager van een ICT-bedrijf – ‘teveel gericht op omzet en produktie van hard- en software’; een studie verandermanagament en een patatfabriek – ‘die ging dicht , dus toen stond ik weer op straat.’

Radicaal gooide hij het roer om. Met alle kennis die hij in de afgelopen jaren had vergaard, stortte hij zich op natuurontwikkeling en stadslandbouw. ‘Ik ben op de plek gaan zitten waar de waarde van ecologie en die balans wel centraal staan. Ik laat mensen plezier beleven aan ecologie, zodat ze snappen dat we die moeten behouden.’

Zijn rust vond hij er niet, wel zijn passie. ‘Aanvankeliijk ben ik groente gaan verbouwen, die ik verkocht aan restaurants in de buurt. Maar ik verbouwde teveel grond om alle groente af te zetten.’ Van der Laan zocht daarop samenwerking met heemtuinvereniging De Heimanshof ‘Een pareltje, met al die planten en al die mogelijkheden.’ De Heimanshof leidde tot Van der Laans komst een teruggetrokken bestaan. ‘Die tuin werd beheerd door een handjevol vrijwilligers. Met de maatschappelijke potentie deden ze niets. Ik wel. Ik hem die met al mijn management- en marketingervaring dynamisch gemaakt. Zo is het gaan groeien.’ Zo hard, dat het het bestuur van De Heimanshof uiteindelijk boven het hoofd groeide. Van der Laan richtte daarom Stichting M.E.E.R.Groen op, waarvan hij directeur is. Van De Heimanshof is hij parttime beheerder. Hij kan nu –eindelijk- laten zien wat de meerwaarde is van ecologie. Dat doet hij via zijn projecten. Hij is een soort Rupsje Nooitgenoeg op projectgebied. Een hele kleine greep: boomgaarden, natuurspeelplaatsen, insectenhotels, belevingspleinen.

Financiering haalt hij overal en nergens vandaan. Voor sommige projecten heeft hij langlopende afspraken, voor andere leeft hij ‘bij de dag’. Hij kan er goed van rondkomen, zegt ie. Eén probleem heeft hij wel. Van der Laan wil groeien, het liefst hard en snel: van 1400 deelnemers aan al zijn projecten nu naar 5000 en meer. Want alleen op die manier, zo is zijn visie, kan hij maatschappelijk draagvlak creëren voor echte duurzaamheidswetgeving. Niet gericht op wat hij noemt technische schijnoplossingen maar op oplossingen die ons ecosysteem ten goede komen. Omdat hij het niet in zijn eentje kan, heeft hij geld nodig. Dat er niet is. ‘Ik loop aan tegen de bureaucratie en tegen het hokjesdenken. Mijn projecten zijn hokjesoverstijgend, en dan is lastig geld vinden.’

Maar gepokt en gemazeld en vooral gedreven als hij is, vindt hij ook daar een oplossing voor. Vast en zeker.